Corné en Bram faciliteren zorgtechnologie

zorgstelsel

Faciliterende, stimulerende en verbindende rol voor de inzet van zorgtechnologie

CZ zorgkantoor concludeerde uit onderzoek dat veel zorgaanbieders niet zo goed wisten hoe ze de mogelijkheden van zorgtechnologie het best konden benutten. Het faciliteert, stimuleert en verbindt zorgaanbieders daarom nu om de mogelijkheden hiervan ten volle te gaan benutten. De transitiemiddelen die vanuit het Integraal Zorgakkoord en andere regelingen beschikbaar zijn, zijn hierbij helpend. Niet alleen om bij de zorgaanbieders arbeidsbesparing te realiseren, maar ook om te bewerkstelligen dat ouderen met ondersteuning van zorgtechnologie langer thuis kunnen blijven wonen. 

De groeiende aandacht voor thuiszorgtechnologie in de sector verpleging en verzorging (V&V) is even logisch als onontkoombaar, stelt Corné van Groenedaal, zorginkoper in deze sector. “Alle sectoren in de zorg, en dus ook deze, hebben te maken met een krimpende arbeidsmarkt en met een toenemende zorgvraag door een groeiende vergrijzing”, zegt hij. “Dit heeft invloed op de zorgaanbieders, en net zo goed op de naasten van mensen in de thuissituatie die van zorg afhankelijk zijn. De overheidsdocumenten Integraal Zorgakkoord (IZA), Wonen Zorg en Ondersteuning voor Ouderen (WOZO) en Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) beschrijven alle drie op basis van deze problematiek oplossingsrichtingen waarin zorgtechnologie een belangrijke rol speelt. In de transitiemiddelen binnen de Wet langdurige zorg wordt het opschalen van initiatieven voor toepassing hiervan zelfs als separaat item benoemd. Zorgtechnologie is natuurlijk nooit dé oplossing voor de beschreven problemen, maar het kan wel substantieel bijdragen aan die oplossing.” 

Onderzoek

Om een goed beeld te krijgen van de stand van zaken op dit gebied in de sector V&V, heeft CZ zorgkantoor onderzoek gedaan bij alle gecontracteerde aanbieders in deze sector. Groenedaals collega Bram Visschers vertelt: “We hebben daarin gezien dat er veel mogelijkheden zijn voor toepassing van zorgtechnologie, maar dat die lang niet allemaal worden gebruikt. We hadden wel een vermoeden dat dit zo was, maar wilden er zekerheid over krijgen, ook over de vraag waarom dit zo was. Dit bleek te maken te hebben met drie zaken. Ten eerste onduidelijkheid en uitdagingen over de financiering. Ten tweede kennisgebrek over welke technologieën er al zijn en hoe dit correct kan worden ingezet voor de juiste doelgroep. En ten derde gebrek aan draagvlak bij personeel, bestuurders, klanten en mantelzorgers.”

"Er zijn veel mogelijkheden voor toepassing van zorgtechnologie, maar die worden niet allemaal gebruikt."

Zorgaanbieders zijn dus nog zoekend naar wat ze het best kunnen inzetten, hoe ze de businesscase kunnen rondkrijgen en hoe ze tot succesvolle implementatie kunnen komen. “Niet alleen voor thuiszorgtechnologie maar ook voor de intramurale setting”, zegt hij. “Neem bijvoorbeeld slim incontinentiemateriaal. Dit zorgt ervoor dat de nachtdienst mensen niet meer wakker hoeft te maken voor controles, maar alleen nog op meldingen af hoeft te gaan. Dit levert op papier minder werk op. Maar daar moet dan wel in de praktijk naar worden gehandeld. Vertrouwen op de technologie en niet toch die controlerondes lopen. Dat gebeurt te vaak niet.”

Faciliterende rol

Natuurlijk zijn er koplopers, zegt Van Groenedaal. “Die proberen we te faciliteren”, zegt hij. “We bieden hen een opslag als ze zorgtechnologie succesvol inzetten en hun kennis daarover delen met andere aanbieders in de regio. Om te voorkomen dat die allemaal met diezelfde oplossingen toch weer pilots gaan doen.”

Van Groenedaal en Visschers doen samen met kwaliteitsadviseurs locatiebezoeken bij zorgaanbieders, om een beeld te krijgen van hoe succesvol zij zijn met toepassing van thuiszorgtechnologie en ze in contact te brengen met andere aanbieders die met dezelfde vragen worstelen. “Dat werkt om bewezen technologieën snel te kunnen opschalen”, zegt Van Groenedaal. “Kennisinstituut Vilans is hierin een belangrijke kennispartner voor ons, met de kennisbank die het op dit gebied heeft ontwikkeld. Het heeft inhoudelijke kennis maar stelt bijvoorbeeld ook bijbehorende implementatieplannen beschikbaar. Eén van de belangrijkste knelpunten voor zorgaanbieders.” 

Eigen regie

De oplossingen die kunnen worden toegepast, kunnen niet alleen leiden tot arbeidsbesparing voor de zorgaanbieder. “Ze kunnen klanten ook meer eigen regie geven”, zegt Van Groenedaal, “denk bijvoorbeeld maar aan een medicijndispenser. Maar denk ook aan leefcirkels. Die geven mensen meer bewegingsvrijheid. Ze gaan meer lopen, waardoor ze beter eten en slapen en minder medicatie nodig hebben.”

"Oplossingen kunnen klanten meer eigen regie en bewegingsvrijheid geven."

Juist dat zijn innovaties waarom het gaat. “Daar zijn we steeds naar op zoek”, zegt Visschers. “Ook met het oog op het streven om mensen langer zelfstandig thuis te laten blijven wonen. Die behoefte hebben zij en daar sluiten wij graag bij aan. Dit wordt vaak gezien als een bezuinigingsmaatregel. Maar mensen willen juist in hun vertrouwde omgeving blijven wonen en daarin speelt zorgtechnologie een belangrijke rol. In het eigen netwerk kunnen blijven betekent ook dat mensen meer zelfredzaam zijn en minder afhankelijk van zorg.” Van Groenedaal beaamt dit. “Het is niet voor niets dat gemeenten in hun woonzorgvisies voor kwetsbare ouderen steeds vaker uitgaan van veilig thuis en woonconcepten als hofjes. Je hoort maar weinig mensen die naar een verpleeghuis willen.” 

Commitment als basis

Het zorgkantoor hangt boven de partijen en kan daarmee een verbindende, stimulerende en ondersteunende rol spelen, stelt Visschers. “We hebben ook bijvoorbeeld de transitiemiddelen tot onze beschikking om hieraan concreet invulling te geven”, zegt hij. “Waarbij natuurlijk overeind blijft dat er commitment moet zijn bij het bestuur en de medewerkers, en dat er een toepassing is die aansluit bij wat nodig is. Dat zijn onontbeerlijke componenten om tot succes te kunnen komen.”

"Er moet commitment zijn bij het bestuur en de medewerkers."

De zorgaanbieders herkennen inmiddels de beweging, stelt Visschers. “Ze reageren dus positief op onze inspanningen om zorgtechnologie een vaste plaats te geven in hun aanbod. We voeren echt concrete gesprekken, de vrijblijvendheid is er af.” Van Groenedaal vult aan: “Daar komt bij dat eerder sprake was van concurrentie tussen zorgaanbieders, maar dat ze nu allemaal in dezelfde vijver vissen op de arbeidsmarkt en zien dat samenwerken veel meer oplevert dan ieder voor zich voor ieder onderwerp zelf het wiel uitvinden. Je merkt gewoon, aan regiotafels, dat ze bereid zijn om kennis te delen, te innoveren en op te schalen. Alle ruimte die ze daarmee vrijspelen hebben ze keihard nodig. Dus leggen we overal waar mogelijk dwarsverbanden met regionale of landelijke vernieuwende initiatieven. En ook op die manier kun je als individuele aanbieder nog steeds je identiteit behouden.”

Lees meer over zorginnovatie Bekijk hier praktijkvoorbeelden van zorgtechnologie