Iris en Linsey zorgen voor ruimte voor nieuwe ideeën

processen

Vrije ruimte creëren om met samenwerking de langdurige zorg toekomstbestendig te houden

In het inkoopbeleid 2024-2026 heeft CZ zorgkantoor een nieuwe methode geïntroduceerd: het Free proposal. Het daagt hierin zorgaanbieders uit met grootschalige, creatieve, innovatieve en impactvolle oplossingen te komen voor toekomstbestendige zorg. Door uitvoering te geven aan het Free proposal zet de zorgaanbieder beschikbaar personeel en middelen anders in, om meer cliënten in de langdurige zorg te kunnen helpen. 

Het begon met een regiobijeenkomst die CZ zorgkantoor organiseert voor de zes regio’s waarin het voor de langdurige zorg actief is. “We hebben daarin aanbieders gevraagd wat er op hen afkomt, wat zij nodig hebben en hoe zij onze rol daarbij zien”, vertelt Linsey Griep, zorginkoper V&V. “Ze gaven in antwoord daarop aan dat ze wilden dat we ruimte geven voor de ontwikkeling van nieuwe ideeën. Daarbij zijn we uitgekomen op Free proposal, een gedachtegoed dat in het gemeentelijke domein al wel meer wordt toegepast. We hebben daar veel ideeën uitgehaald en die hebben we voor dit doel aangepast naar hoe wij naar zorg en naar samenwerking met zorgaanbieders kijken, en naar ons inkoopbeleid voor 2024-2026.” 

Plannen indienen

Zorgaanbieders in de V&V en de ggz konden zich inschrijven om hun plannen te laten beoordelen die ze in het kader van Free proposal wilden indienen. In het Free proposal plan moesten ze allereerst aantonen dat ze voldoen aan vooraf bepaalde minimumeisen, zoals referentieprojecten, een kosten/batenanalyse en een samenwerkingsverband met een onderzoeks- of onderwijsinstelling.  Dit werd gevolgd door een tweede ronde de kwalitatieve toets, waarin deze plannen op hun inhoud werden beoordeeld door een beoordelingsteam met experts van binnen en buiten CZ. “Een nieuwe ervaring voor ons”, zegt Griep. “We wilden die beoordeling als direct betrokkenen bewust niet zelf doen, maar door experts die op alle relevante criteria kennis en expertise hebben.”

“We wilden die beoordeling als direct betrokkenen bewust niet zelf doen, maar door experts die op alle relevante criteria kennis en expertise hebben.”

Dit beoordelingsteam bestond uit vertegenwoordigers van CZ, CZ zorgkantoor, Erasmus Universiteit, MP Economische Beleidsanalyse en adviesbureau Andersson Elffers Felix. 

Actieonderzoek

De vertegenwoordiger van de Erasmus Universiteit Rotterdam in kwestie is Iris Wallenburg, hoogleraar sociologie van de zorg (Erasmus School of Health Policy & Management, Erasmus Universiteit Rotterdam). Zij vertelt: “Ik werd hiervoor benaderd door Linsey tijdens een bijeenkomst waarin ik sprak over ons onderzoek in de langdurige zorg. Dit onderzoek is enkele jaren geleden tot stand gekomen op de vraag van een zorgaanbieder in Friesland die stelde het niet meer te redden met de beschikbare specialisten ouderengeneeskunde zonder over meerdere organisaties heen te gaan samenwerken en verpleegkundige teams een grotere rol te gaan geven in de dagelijkse zorg. We zijn meteen gaan kijken of meer regio’s interesse hadden in actieonderzoek op dit gebied. Dit is uitgemond in een nationaal actieonderzoek 'Medisch-generalistische zorg in de regio' dat we samen met Vilans uitvoeren in opdracht van het ministerie van VWS. De vraag van Linsey sloot hier goed op aan; ook CZ probeert vanuit de ervaringen in de regio zorg te vernieuwen. Het bood bovendien een mooie gelegenheid om in die beoordelingscommissie de perspectieven van de andere partijen te horen. Een gezondheidseconoom kijkt anders naar de materie dan een socioloog, en ook weer anders dan een zorgkantoor, dat de zaak vanuit een beleidsvisie bekijkt.” 

Verschillen in uitwerking

De plannen die de zorgaanbieders indienden, lieten zien dat zij al bezig waren met de beweging naar nieuwe manieren van samenwerken en de zorg anders organiseren.  “Je zag heel duidelijk dat een aantal aanbieders hierin voorop lopen”, vertelt Wallenburg, “maar dat er ook organisaties zijn die wel vernieuwende plannen hebben, maar die er nog niet zo bedreven in zijn om die op te schrijven. We hebben geprobeerd daar doorheen te kijken, omdat we – hoewel ze nog niet klaar waren voor een project – ze wel verder willen helpen om die beweging ook te maken.”

"We zagen innovatieve ideeën waarin echter de uitkomst op kwaliteitsniveau nog niet voldoende was beschreven."

In aansluiting hierop vertelt Griep dat CZ zorgkantoor  voor 2025 een nieuw instroommoment in Free proposal gaat organiseren. “Bij de aanbieders die niet geselecteerd zijn voor 2024, hebben we met hen het doorlopen proces en de feedback van het beoordelingsteam besproken. Zodat zij met behulp van deze informatie, indien gewenst, hun plan verder kunnen uitwerken en zich opnieuw kunnen inschrijven. Dit nieuwe instroommoment is uiteraard ook bedoeld voor nieuwe initiatieven.

Uit deze gesprekken kwam voor ons ook relevante feedback voor een eventueel nieuwe inschrijfronde. Aanbieders gaven bijvoorbeeld aan dat zij het moeilijk vonden om vooraf een kosten/batenanalyse te maken. Als ze goede initiatieven hebben, willen we ze hierin graag verder faciliteren. Hierbij hebben we ook gekeken naar de optie om ze bijvoorbeeld te koppelen aan onderwijsinstellingen die hen hierbij kunnen ondersteunen.” Ook dat is een belangrijke stap, zegt Wallenburg. “We zagen innovatieve ideeën waarin echter de uitkomst op kwaliteitsniveau nog niet voldoende was beschreven. En dat moet natuurlijk wel goed gemonitord worden. Als een aanbieder bijvoorbeeld met lager gekwalificeerd personeel gaat werken in een zorgomgeving die steeds complexer wordt, is niet altijd vanzelfsprekend dat dit de kwaliteit van de zorg ten goede komt. We hebben er daarom nadrukkelijk op gewezen als de aandacht hiervoor in de aangeboden plannen niet goed was uitgewerkt.” 

Lef

Wat de uitwerking van de positief beoordeelde Free proposals gaat betekenen voor medewerkers, cliënten, verwanten en de organisatie, is op dit moment nog niet te zeggen. “Juist daarom vind ik het zo van lef getuigen dat CZ in plaats van regels te stellen ruimte geeft om het anders te doen”, zegt Wallenburg. “Zorgaanbieders die gaan samenwerken – en daarbij betrokkenheid van het ministerie van VWS, de Nederlandse Zorgautoriteit en de Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd vragen om het anders te mogen doen, is naar mijn mening echt the way to go. In het Integraal Zorgakkoord zie ik vooral veel bestuurlijke tafels. Dit is echt dóen. Dat vind ik krachtig.”

"We willen de kracht van de ervaring en kennis vanuit de praktijk benutten.”

Wat het gaat brengen, kan per initiatief en ook per regio verschillen. “We vinden het vanuit de gedachte van het Free proposal belangrijk dat er ruimte is om te experimenteren en te leren”, stelt Griep. “Het hoofddoel is het toekomstbestendig houden van de zorg. Maar de weg er naartoe willen we vrij houden, omdat we de kracht van de ervaring en kennis vanuit de praktijk willen benutten.” Maar wel binnen de juiste kaders, voegt Wallenburg hier met nadruk aan toe. “Die dwingen de zorgaanbieders om de vervolgstap te maken en niet in plannen te blijven hangen”, zegt ze. “Dat is de goede invloed die een zorgkantoor heeft.”

Als er wet- en regelgeving is die het proces hindert, wil CZ zorgkantoor daarover graag in gesprek bijvoorbeeld met het ministerie van VWS en met de Nederlandse Zorgautoriteit. “We willen ze dan graag laten zien: dit brengt het, en vragen hoe dat kan worden gefaciliteerd”, zegt Griep. Wallenburg zegt op basis van onderzoeken waarbij ze betrokken is te weten dat het ministerie – en ook de Inspectie – heel graag geïnformeerd wil worden over waarin ze kan ondersteunen. Zij zijn binnen de kaders waaraan ze zijn gehouden echt op zoek naar mogelijkheden om ruimte te bieden.” 

Extramuralisering

De insteek is dat de vernieuwde aanpak vanuit de plannen die in het kader van het Free proposal- worden ontwikkeld, een substantiële bijdrage leveren  aan extramuralisering van zorg, stelt Griep.  “We zien ook dat veel plannen al gericht zijn op de inzet daarvan”, zegt ze. Wallenburg vult aan: “Je ziet inderdaad dat aanbieders zich bewust zijn van de beweging daar naartoe. Maar ze zien ook dat op een gegeven moment een grens komt waarin thuis blijven wonen niet meer haalbaar is, en dat ze dus intramuraal ook stappen moeten zetten om de toestroom daar naartoe te blijven aankunnen, om ook die zorg toekomstbestendig te kunnen houden.”

Twee van de ingediende plannen zijn goedgekeurd. “Daarmee zijn we vervolgens in de dialoogfase gekomen waarbij de laatste puntjes op de i zijn gezet. Op dit moment zijn beide initiatieven in uitvoering”, zegt Griep. “Hierbij is het nadrukkelijk de bedoeling de kennis die we ermee opdoen ook breder te delen. Dat is een belangrijk element van de volgende stap die we nu gaan zetten.”

Bekijk nog een ander verhaal over het Free proposal hier Lees hoe Wlz-zorginkoop werkt