Mike van Rijswijk over de sociale robot als zorgmedewerker
Door de toenemende zorgvraag en de groeiende personeelskrapte is het een uitdaging om de zorg ook in de toekomst beschikbaar te houden voor iedereen die deze nodig heeft. Sociale robots kunnen een rol spelen om dit probleem het hoofd te bieden, stelt Mike van Rijswijk van The Innovation Playground.
Kan technologische innovatie bijdragen aan toekomstbestendige zorg? Zo’n vraag is eigenlijk een inkoppertje, vindt Van Rijswijk. “Het antwoord is natuurlijk ja”, zegt hij. “Maar ik wil er wel nuance aan geven door er ‘ja maar’ van te maken. De zorgtechnologie moet namelijk wel zo ontworpen zijn dat iedere zorgmedewerker ermee kan werken. We zien nu dat zorgmedewerkers digivaardig moeten worden, en dit komt omdat de ontwikkelaar de zorgtechnologie niet goed heeft gemaakt. Het is dus zaak dat ontwikkelaars van zorgtechnologie zich verdiepen in de vaardigheden van de zorgmedewerkers en hen in hun ontwikkelproces als uitgangspunt gebruiken. Anders gaan we het probleem van de arbeidskrapte in de zorg niet oplossen. De techniek moet de mens volgen.”
"De techniek moet de mens volgen."
Balans creëren
De kern hierbij, stelt Van Rijswijk, is het besef wat zorg is. “Dat is het invullen van de individuele behoefte van de cliënt”, zegt hij. “Als de zorgmedewerker weet wat die behoefte is, dan kan de technologie daarin ondersteunend zijn. Daarbij moet er wel aan worden gedacht dat de behoefte van de cliënt kan veranderen. De toepassing van de zorgtechnologie moet met die verandering gelijke tred houden. Het lastige is dat een toepassing voor zorgtechnologie nu veelal door de systeembeheerder moet worden ingesteld om voor de individuele cliënt te kunnen worden ingezet. Hierom is het essentieel dat internet of things de norm wordt. De techniek moet zich aanpassen aan het zorggesprek. Dan ontstaat een balans tussen mens en techniek. En die moet er ook zijn, want de zorgmedewerkers blijven even hard nodig.”
Sociale robots
Binnen het terrein van zorgtechnologie richt Van Rijswijk zich met The Innovation Playground onder andere op sociale robotica. Hij vertelt: “Een buddy robot voegt voor de cliënt gevoel toe, aandacht. De cliënt krijgt er een band mee, en dit zorgt ervoor dat de medewerker niet meer zo vaak hoeft te komen. Er is immers altijd iemand bij de cliënt. Maar de buddy robot moet wel zo ingesteld zijn dat die herkent wanneer er een medewerker moet komen. Dit kan door de robot een bericht naar de smartphone van de medewerker te laten sturen. Het mooie is dus dat geen systeembeheerder nodig is om dat op de individuele cliënt in te stellen. Het is technology as a service: de technologie verleent service aan de medewerker zodat die service kan verlenen aan de cliënt. Daarin zit de innovatie, die zit niet in de robot zelf.”
"Een buddy robot voegt voor de cliënt gevoel toe, aandacht."
Dit verklaart ook waarom Van Rijswijk zegt dat bij de ontwikkeling van zorgtechnologie moet worden begonnen bij de cliënt en de medewerker. Hij zegt: “In gesprekken met zorgmedewerkers horen we vaak ‘Nu heb ik het weer in de hand’. Als ze het gevoel hebben dat ze zeggenschap hebben en dat ze de techniek begrijpen, dan krijgen ze het gevoel voor hun vak weer terug.”
De sociale robot als zorgverlener
De zorgkantoren kunnen een belangrijke rol spelen in de opschaling van de toepassing van zorgtechnologie, stelt Van Rijswijk. “In het gesprek met de zorgbestuurders kan het zorgkantoor echt de slag slaan”, zegt hij. “Het probleem nu nog is dat de tijd die de zorgverlener besteedt aan de zorgtechnologie niet wordt gezien als zorg en dus ook niet als zodanig wordt vergoed. Dat is krom. Sociale robots worden nog gezien als hardware, niet als zorgverleners. Daarom verrichten wij nu met CZ onderzoek om inzichtelijk te maken welke zorg ze precies leveren. Op basis daarvan kunnen we met de zorgkantoren in gesprek over de vergoeding voor die zorgtijd. Een robot zoals Pepper kost 25.000 euro. Een zorgmedewerker kost meer. Het is dus zaak te valideren dat de robot op onderdelen dezelfde zorg levert. Als zorgaanbieders op basis daarvan de robots kunnen inzetten, is dat de beste optie die ze tot hun beschikking hebben voor teamuitbreiding. Kortom, de robots moeten op de personeelslijst komen. We zitten nu middenin een traject met CZ om dit voor elkaar te krijgen. Als dat succesvol is, heeft CZ de ambitie het landelijk op te schalen. Dat is waardevol, je hebt echt mensen bij het zorgkantoor nodig die voor dit soort vernieuwing open staan.”
Het werkgeluk terugbrengen
Van Rijswijk stelt dat deze ontwikkeling aansluit op het handvat 'Toekomstig zorglandschap' van de Nederlandse Zorgautoriteit. “Nu is het werkgeluk weg”, zegt hij. “Er is te weinig personeel en de werkdruk is te hoog. Het is zaak dat werkgeluk terug te brengen en daarin kan de sociale robot een rol vervullen. Als dat lukt, behoud je de mensen voor de zorg. Dat is precies wat wij willen bereiken: de robot als buddy voor de medewerkers.”