zorgstelsel

Meer aandacht voor nieuwe, toekomstbestendige woonvormen

Ouders van meervoudig gehandicapte kinderen kunnen problemen ervaren met het vinden van geschikt woon/zorgaanbod. Uit onvrede hierover is het idee voor het Mooi Leven Huis ontstaan. In de verdere ontwikkeling hiervan is een duidelijke rol weggelegd voor het zorgkantoor.

Dat Paul van Dalfsen en Co de Gooyer in 2014 NabijNetwerk oprichtten heeft een duidelijke reden: ze zijn allebei vaders van een dochter die haar leven lang afhankelijk zal blijven van zorg. “We zagen allebei dat zorgaanbieders een zorgaanbod hebben dat niet bij onze opvattingen past”, zegt Van Dalfsen. “En in een opdracht die we binnen de zorg deden, hoorden we verhalen van andere ouders in een soortgelijke situatie die precies met datzelfde probleem zitten. Uit de ontevredenheid die hierachter zit, zagen we bovendien dat heel veel initiatieven ontstaan op basis van PGB-financiering. Zelf hadden we ervaring met PGB-zorg én met zorg buitenshuis bij een zorgaanbieder, en door de voordelen van beide te combineren, ontstond het idee van het Mooi Leven Huis. Hierin voeg je als ouders eigenaarschap samen met alle kennis en kunde van zorgaanbieders.”

Het eerste Mooi Leven Huis is geopend in Bennekom. Een initiatief van ouders, gefinancierd vanuit zorg in natura.

Samenwerking voorop

Van Dalfsen wil hierbij meteen voorkomen dat een misverstand ontstaat. “Het Mooi Leven Huis is geen ontwikkeling die tégen het zorgaanbod ingaat”, vertelt hij, “het is een antwoord op een vraag van veel ouders waarin we die zorgaanbieder nog steeds heel hard nodig hebben. Het verschil met het bestaande aanbod is echter dat het initiatief en het eigenaarschap bij de ouders liggen en dat de zorgaanbieders faciliterend zijn. In deze opzet kan een concept ontstaan dat voor het gevoel van de ouders klopt en dat ze grip geeft op de kwaliteit van leven en zorg.”

Inmiddels hebben Van Dalfsen en De Gooyer al contact met 25 oudergroepen, wat in theorie dus kan leiden tot 25 Mooi Leven Huizen. “Dit geeft wel aan dat we op knoppen drukken die ouders triggeren”, zegt van Dalfsen.

Paul van Dalfsen: "De zorgprofessional is er te gast in het leven van het gezin."

In een Mooi Leven Huis – bedoeld voor de VG-niveaus 5 tot en met 8 – moet ruimte bestaan voor het gezin waarvan het zorgafhankelijke kind onderdeel uitmaakt. “Anders dus dan wat gangbaar is bij een zorgaanbieder”, zegt Van Dalfsen, “want daar gaat het om een kamer van bijvoorbeeld drie bij vijf meter en daarin kun je geen gezin zijn. In een Mooi Leven Huis is een studio die de ruimte biedt om dit wel te kunnen. De zorgprofessional is er te gast in het leven van het gezin. Daarnaast is er per groep bewoners een groepsruimte waar de zorgprofessionals de scepter zwaaien. In Bennekom is gekozen voor dagbestedingsruimten in het souterrain. Het budget gaat naar de zorgaanbieder die bij het Mooi Leven Huis is aangehaakt.”

Contact met het zorgkantoor

Net als Van Dalfsen liep ook De Gooyer al langer actief rond in de zorg. Ze hadden hierdoor een netwerk opgebouwd en kwamen in het kader van hun ideeën voor het Mooi Leven huis in eerste instantie in contact met het zorgkantoor van Menzis. “In het verlengde hiervan zeiden zowel Menzis als CZ een rol te willen spelen in deze ontwikkeling”, zegt Van Dalfsen.

Babette Verdult: "Wij staan open voor een innovatieve manier van werken."

Via interesse voor een Mooi Leven Huis in Zuid-Limburg kwam ook Babette Verdult, zorginkoper sector gehandicaptenzorg bij het zorgkantoor van CZ, met de initiatiefnemers in contact. “We zagen in die regio behoefte aan een woonvorm voor de zeer specifieke doelgroep waarom het in dit geval gaat”, vertelt zij. “Er waren maar weinig zorgaanbieders die zo nadrukkelijk bezig zijn met de wensen van de ouders. Daarom staan wij open voor de innovatieve manier van werken, op basis van de vraag wat goed is voor het kind.”

Wensbeeld

Het contact met het zorgkantoor is belangrijk, vindt Van Dalfsen, dat heeft het financieringsinstrument in handen. “Als je een zorgintensief kind in huis hebt, zit je één-op-één met het zorgkantoor aan tafel”, zegt hij. “Maar als je kind achttien wordt of intramuraal gaat, wordt dat ineens minder. Dan hebben ouders het gevoel dat ze helemaal niet meer voor maatwerk kunnen gaan. Mijn wensbeeld is dat het zorgkantoor er ook dan als accu tussen blijft zitten om het stroom te geven.”

Van Dalfsen zegt te verwachten dat de zorgaanbieders in de langdurige zorg op termijn faciliterende bedrijven zullen worden die passende zorg bieden. “Daar zijn ze goed in”, zegt hij. Verdult stelt dat daarbij ook een faciliterende rol van het zorgkantoor past. Het is in lijn met onze strategische doelstelling.”