Begeleiding en training helpt Wlz-aanbieders omgaan met cliënten met middelengebruik
Aanbieders in verpleging en verzorging, verstandelijk gehandicaptenzorg en GGZ worden steeds vaker geconfronteerd met cliënten met problematisch middelengebruik en verslaving. Door het gebrek aan kennis over hoe ze moeten omgaan met cliënten die middelen gebruiken, worden deze cliënten soms geweigerd. In het ergste geval kunnen ze op straat belanden. Het is daarom belangrijk om beleidsadvies, deskundigheidsbevordering en additionele begeleiding in te richten voor de zorgprofessionals in de Wlz-instellingen. Het experiment 'Verslavingsbegeleiding op locatie' speelt hierin een cruciale rol.
“We zien steeds vaker dat problematisch middelgebruik een contra-indicatie is voor opname in een Wlz-instelling”, zegt Wiep Voets, regisseur zorgcontractering gemeente en jeugd bij aanbieder voor verslavingszorg Novadic-Kentron. “Deze mensen kunnen dan tussen wal en schip vallen. Om dit probleem het hoofd te bieden en te zorgen dat deze cliënten toch een plaats kunnen krijgen in een Wlz-instelling, zijn wij in 2023 het experiment Verslavingsbegeleiding op locatie gestart. Hierin werken collega’s van ons in de instelling samen met de casemanager om samen de cliënt te begeleiden in diens middelengebruik. Ook trainen we medewerkers om hun deskundigheid over omgaan met mensen met middelengebruik te bevorderen en hen hierin praktische handvatten te geven. Verder bieden we ondersteuning in beleidsvorming – bijvoorbeeld over hoe de regels op de zorgvoorziening kunnen worden aangepast – om te zorgen dat de cliënt in kwestie toch een woonplek kan krijgen en zo het aantal tekorten aan plaatsen voor deze mensen te verminderen.”
Onderscheidende aanpak
Voets zegt te constateren dat Wlz-aanbieders zichzelf overschatten in hun kennis over middelengebruik. “De aanpak die wij bieden om hen hierin te helpen is echt onderscheidend”, zegt ze. “We krijgen achteraf nogal eens te horen ‘Ik dacht dat ik er wel wat van wist, maar dat blijkt nu toch tegen te vallen’. Bij ons staat de biopsychosociale benadering centraal en herstelondersteunend werken. We gebruiken elementen van de Community Reinforcement Approach, die zich richt op het belonend maken van een nieuwe leefstijl. Bij veel Wlz-instellingen is het beleid vooral gericht op straffen. Wij gaan daarentegen met de cliënt onderzoeken wat het hoogst haalbare is, wat soms kan resulteren in gecontroleerd gebruik. De bewoner zelf heeft vaak minder last van het middelengebruik dan zijn omgeving. Het leidt tot geluidsoverlast of een onveiliger gevoel bij medewerkers of andere bewoners. Dat is ook wat we meenemen in onze ondersteuning op locatie.”
Ward van den Bulck: "Als de cliënt passende zorg ontvangt bespaart dit maatschappelijke kosten en onrust. "
![]()
Voor CZ zorgkantoor is dit een waardevolle aanpak, zegt zorginkoper geestelijke gezondheidszorg Ward van den Bulck. “Ook wij zien de toename van middelengebruik onder Wlz-cliënten. En we zien dat niet alle zorgaanbieders de expertise in huis hebben om hiermee om te gaan. Het vergroten van die expertise is dan ook belangrijk, en daarvoor is Novadic-Kentron bij uitstek de aangewezen partij. Het uiteindelijke resultaat dat hiermee moet worden bereikt is dat de cliënt passende zorg ontvangt. Niet in een crisis belandt en op straat komt te staan dus, met als risico dat die in contact komt met de politie of bij de maatschappelijke opvang belandt. Dat bespaart maatschappelijke kosten en maatschappelijke onrust.”
Onderzoek
Het experiment loopt door en Novadic-Kentron wil daarin nu data verzamelen over het effect van zijn inzet. Er hebben al wel wat tussenmetingen plaatsgevonden die op een positief effect wijzen. “En van zorgmedewerkers horen wij terug dat zij minder handelingsverlegenheid ervaren”, vertelt Voets. “Met de kennis die ze hebben opgedaan, voelen ze zich comfortabeler om het onderwerp middelengebruik bespreekbaar te maken met de cliënt. Dit leidt ook tot meer stabiliteit bij de cliënt en op de groep.”
Wiep Voets: "Een mix van begeleiding en deskundigheidsbevordering die de ene zorgaanbieder bij de andere gaat aanbieden is nieuw."
![]()
In een gesprek met CZ zorgkantoor en met de Nederlandse Zorgautoriteit is vastgesteld dat de aanpak potentie heeft. “Maar ook dat het nodig is nog meer datagericht te gaan werken”, zegt Van den Bulck. “Dat gaan we dus nu doen. Met als uiteindelijk doel om voor deze aanpak tot een nieuwe prestatie van de Nederlandse Zorgautoriteit te komen, zodat die landelijk kan worden uitgerold.” Een spannend traject, zegt Voets, want wat in dit experiment gebeurt is nieuw. “Het is een mix van begeleiding en deskundigheidsbevordering, een zorgaanbieder die op deze wijze zorg gaat leveren bij een andere zorgaanbieder. Dat bestaat nog niet.”
Geleerde les
Een geleerde les van het eerste jaar van het experiment is dat het lastig was de bewoner met middelengebruik in de begeleiding mee te krijgen. “Die ervaart immers zoals ik al zei zelf minder last van dat gebruik”, vertelt Voets. “Dat effect hebben we in het begin wel onderschat. Daarom hebben we nu een laagdrempelig spreekuur ingesteld waarvan alle bewoners van de instelling vrijblijvend gebruik kunnen maken om ze te motiveren voor een begeleidingstraject. Deze spreekuren zijn ook voor teamleden beschikbaar, om vragen te kunnen stellen over begeleiding en de aanpak. Bij een Wlz-aanbieder met licht verstandelijk beperkte bewoners hebben wij geleerd dat gesprekken met zowel de verslavingsexpert als de LVB-expert gezamenlijk het meeste effect geeft.”
Van den Bulck zegt afsluitend te hopen dat de aanpak vanzelfsprekend wordt voor Wlz-aanbieders en dat zij mensen niet meer hoeven te weigeren. “Wij ondersteunen het daarom niet alleen financieel, maar ook faciliterend door feedback te geven en mee te denken over de vraag welke KPI’s belangrijk zijn om tot een zorgprestatie te kunnen komen.”