Sebastiaan, mevrouw Wetzels en Menno zien de voordelen

zorgaanbod

Digitale hulpmiddelen geven ouderen eigen regie

Digitale hulpmiddelen kunnen de zelfredzaamheid van thuiswonende ouderen vergroten, zodat zorgmedewerkers minder vaak over de vloer hoeven te komen. Zo kunnen de hulpmiddelen een bijdrage leveren aan het toegankelijk houden van de langdurige zorg. Belangrijk is wel dat zorgorganisaties niet slechts wat losse voorbeelden uittesten, maar een duurzaam beleid ontwikkelen en implementeren voor de effectieve inzet van zorgtechnologie samen met partners in de regio. Om dit te realiseren hebben veldpartijen, zorgverzekeraars en zorgkantoren met elkaar in het Integraal Zorgakkoord (IZA) en programma Wonen en Zorg voor Ouderen (WOZO) forse uniforme ambities geformuleerd: zelf als het kan, thuis als het kan en digitaal als het kan. 

Menno Jansen: "In het licht van de uitdagingen waar de zorg voor staat, is technische innovatie een middel dat ons kan helpen om de continuïteit van zorg te waarborgen.”

Als strategisch manager zorginnovatie bij CZ zorgkantoor weet Menno Jansen dat technologische innovatie in de zorg geen doel op zich is. “Maar in het licht van de uitdagingen waar de zorg voor staat, is het wel een middel dat ons kan helpen om de continuïteit van zorg te waarborgen”, zegt hij. “Vandaar dat wij als CZ zorgkantoor onderzoeken wat er op dit punt beschikbaar is en wat de essentiële randvoorwaarden zijn bij implementatie. Ons eerste aanspreekpunt daarin zijn de zorgaanbieders. En ook die zien we worstelen. Mensen willen ook bij toenemende kwetsbaarheid langer thuis blijven wonen, maar met de personeelskrapte wordt het moeilijk om aan de zorgvraag in de thuissituatie te voldoen. Daarom werken we samen met meerdere aanbieders van innovatieve hulpmiddelen, zorgaanbieders en onderzoekers om gezamenlijk te onderzoeken wat wel en niet meerwaarde heeft en nodig is om dit probleem het hoofd te bieden.” 

Ermee leren omgaan

Jansen zegt in zijn werk geleerd te hebben in de thuiszorg vaak losse voorbeelden en pilots van zorgtechnologie tegen te komen. Een digitale weegschaal bijvoorbeeld, of een medicijndispenser. “Waardevolle hulpmiddelen om ouderen eigen regie te geven. Maar er zijn veel meer mogelijkheden en er zullen er nog veel meer komen, denk maar aan AI bijvoorbeeld. En ook uitdagingen: hoe verander je als zorgaanbieder je zorgprocessen, hoe zorg je ervoor dat alle clientgegevens onderling en met alle relevante partijen in de regio veilig uitgewisseld kunnen worden, wie zijn je belangrijke partners, wat betekenen al die veranderingen voor de cultuur van de organisatie, hoe leren we met nieuwe processen en hulpmiddelen omgaan, wat vinden de cliënten ervan?

Het is dus niet alleen een kwestie van er ervaring mee opdoen, stelt hij. Het is ook zaak voor zorgaanbieders om een beleid te ontwikkelen op de randvoorwaarden en toepassing van zorgtechnologie, om optimale inzet ervan te waarborgen.   

Direct enthousiast

MeanderGroep is een van de zorgaanbieders die inmiddels goede ervaring heeft opgebouwd met de inzet van zorgtechnologie. Verzorgende Sebastiaan Maaskant vertelt: “We hadden al wel wat toepassingen tot onze beschikking die onze cliënten in staat stellen om thuis te blijven wonen zonder onze inzet, maar dat was nog heel bescheiden. Ik draag al langer uit dat ik het waardevol vind om mensen met ondersteuning van hulpmiddelen zo lang mogelijk in hun eigen kracht te zetten.”

Het team inventariseerde daarom voor welke cliënten in de thuissituatie de inzet van innovatieve (digitale) hulpmiddelen interessant kon zijn. De volgende stap was met hen in gesprek gaan. “Dat leidde tot wisselende reacties”, vertelt Maaskant. “De een was heel positief, een ander zei ‘Dan zie ik jullie niet meer’. In die situaties legden we uit dat onze rol vooral gericht is op zorg en ondersteuning, en dat we niet de rol van sociaal contactpersoon kunnen vervangen. Uiteraard blijven we altijd beschikbaar voor de zorg die nodig is." 

Veilig gevoel

Het resultaat was dat verschillende hulpmiddelen zijn ingezet bij cliënten. Een van hen is mevrouw Wetzels, zij was bang om te vallen tijdens het douchen. “Ik ben heel blij met de inzet van digitale hulpmiddelen”, vertelt zij. “Het Vivago horloge stelt mij in staat om zelfstandig te douchen. Het horloge voorkomt niet dat ik val, maar als het gebeurt kan ik met de knop op het horloge het wijkteam waarschuwen als dat nodig is. Dit betekent dat ik zelf kan bepalen wanneer ik ga douchen."

Mevrouw Wetzels: "Met de hulpmiddelen kan ik zo zelfstandig mogelijk thuis blijven wonen."

Behalve het Vivago horloge gebruikt mevrouw Wetzels ook een digitale weegschaal en de BBrain dementieklok. “Daarop staat de agenda voor wanneer de hulp komt, als geheugensteun”, zegt ze. “Dankzij de grote tekens kan ik er als slechtziende toch de tijd op lezen. En mijn zoon heeft er ook foto’s op gezet. Met de weegschaal kan ik mijn lichaamsgewicht in de gaten houden en het wijkteam ziet dat ook. Met deze hulpmiddelen kan ik zo zelfstandig mogelijk thuis blijven wonen. Ik voel me veilig.” 

Goede ervaringen

De ervaringen zijn ook met andere cliënten heel goed, stelt Maaskant. “Een succesverhaal is een cliënt met hersenletsel die niet meer luistert naar haar partner. Naar de Buddy robot die ze nu heeft, luistert ze wel. Daarmee heeft ze weer een dagstructuur. Een ander succesverhaal is een cliënt die begeleid woont en die dankzij de inzet van zeven hulpmiddelen heel veel dingen zelfstandig kan blijven doen.”

Sebastiaan Maaskant: "Door digitale hulpmiddelen hoeven cliënten niet op ons te wachten."

De hulpmiddelen dragen dus echt bij aan de zelfstandigheid van de cliënten, is zijn conclusie. “Ze hoeven niet op ons te wachten. En het geeft ons ruimte voor de inzet bij cliënten die afhankelijk zijn van zorg die niet vervangbaar is door digitale hulpmiddelen. De belangstelling ervoor van onze cliënten is dan ook groot. Naar aanleiding van een avondbijeenkomst erover kregen we meerdere aanvragen. En er zijn ook mensen die ons op eigen initiatief bellen.” 

Noodzaak

MeanderGroep heeft een goede aanpak gekozen, vindt Jansen. “Je leert al deze veranderlessen niet door maar één apparaat te implementeren, maar door je eigen leer- en verandervermogen te vergroten en je cliënten mee te nemen in de ontwikkeling dat ze meer zelf kunnen gaan doen”, zegt hij. “De cliënten spelen hier zelf ook een rol in. We zijn gewend dat alles voor ons geregeld wordt. Maar we moeten er nu aan wennen dat dit niet meer vanzelfsprekend is. En als dat lukt, is het mooie dat we zien dat mensen dit waarderen. Het geeft ze meer controle over hun eigen leven en daarmee meer kwaliteit van leven.”

Cliëntverhalen alleen zijn echter niet voldoende, stelt hij. “De inzet van de hulpmiddelen moet echt effect hebben op de toegankelijkheid en kosten van de zorg”, zegt hij. “Daarnaar verrichten we dus samen met partners metingen. Niemand heeft er wat aan als we dit alleen maar naast de huidige processen zetten. Als verpleegkundigen gaan zien: ‘Dit is eigenlijk beter voor mijn cliënten, nu kan ik het loslaten’, wordt het écht succesvol.”