Laura, Luna en Suzanne bouwen aan een inclusieve samenleving

samenwerking

Klaar staan voor elkaar

De transitie in de zorg vraagt om samenwerking tussen verschillende partijen, zowel binnen als buiten de zorg. Een goed voorbeeld van wat daarmee bereikt kan worden, is het gemengd wonen project De Rijp in Breda. 

De Rijp in Breda is een bijzonder project. In de 53 sociale huurappartementen van dit complex wonen mensen zonder hulpvraag, maar ook twintig mensen die ondersteuning nodig hebben bij het zelfstandig wonen, en daarvoor begeleiding krijgen van zorgprofessionals. Een woonvorm waarvoor alle bewoners bewust hebben gekozen en waarin zij een levendige gemeenschap vormen waarmee ze iets voor elkaar kunnen betekenen.

“Dat dit project tot stand is gekomen, is het gevolg van de samenwerking tussen vier zorgaanbieders – Prisma, Sovak, SMO Breda en Zintri Zorggroep – de woningcorporatie WonenBreburg en de gemeente Breda”, vertelt Suzanne van Rossum, medewerker van SMO Breda. “Als zorgorganisaties werken wij aan de landelijke ontwikkeling van ‘Beschermd wonen naar de wijk’. Met deze vorm van wonen bouwen we samen aan een inclusieve samenleving. We zijn door WonenBreburg in de planvorming van een nieuwbouwproject betrokken om gezamenlijk het Gemengd Wonen project verder vorm te geven.” 

Suzanne van Rossum: "Bewoners met begeleiding kunnen hier zelf ook iets betekenen voor een ander."

Samen plannen maken

Daar komt wel wat bij kijken, stelt Van Rossum. Zij volgde zelf een leergang gemengd wonen om inzicht te krijgen in hoe zo’n project succesvol tot stand kan worden gebracht. “Voor onze cliënten is het waardevol als ze kunnen uitstromen naar een plek waar bewoners met begeleiding ook zelf van betekenis kunnen zijn voor een ander”, vertelt ze. “Op basis van die gedachte zijn we als partijen gaan kijken wat dan voor de bewoners het best is, om tot een zo gelijkwaardige positie voor allen te komen. Iedereen die hier komt wonen, moet hier willen wonen, was ons uitgangspunt. Iedere bewoner doorloopt daarom een motivatieproces. We hebben ze uitgenodigd voor een informatiebijeenkomst en hebben een motivatiegesprek met ze gevoerd, zodat ze  een bewuste keuze maakten.”

Het was echt vanaf het begin samen plannen maken, zegt ze. Want de vier zorgorganisaties en de woningcorporatie hebben allemaal hun eigen achtergrond. “En wat we wilden realiseren was nieuw. Het was belangrijk te achterhalen of we allemaal dezelfde visie hebben.  En of we weten wat voor mensen we in het team van begeleiders willen hebben en wat dat team nodig heeft als het moeilijk wordt.” 

Community-gedachte

Omdat het om een nieuwbouwproject ging, kon het gebouw helemaal op basis van de community-gedachte worden ontworpen. Veel licht, een ontmoetingsruimte direct bij de ingang, een open structuur tussen de verdiepingen en een raam aan de gangzijde van ieder appartement. “De bewoner kan daar een gordijn voor hangen, maar kan ook vanuit de gang zichtbaar zijn als die dat prettig vindt”, zegt Van Rossum.

Er werd een woonvereniging opgericht zodat de bewoners echt eigen regie hebben in de ontwikkeling van hun community. Zij beheren hun eigen financiën voor de community en zijn daarmee dus niet afhankelijk van een organisatie. En met tijdelijke financiering werd een community builder aangesteld om de opbouw van de community te ondersteunen. “Die kan gaandeweg meer op de achtergrond komen te staan”, zegt Van Rossum, “want de bewoners doen al veel met elkaar. Samen eten, een huisdier verzorgen, een klusje doen, met iemand meegaan naar het ziekenhuis. Voor de cliënten van de vier zorgorganisaties betekent dit dat ze kunnen meedoen en van betekenis kunnen zijn voor een ander. Ze zijn er geen cliënt maar gewoon buur. En voor de andere bewoners is de waarde dat ze zien dat het ook wel eens anders kan zijn in het leven.” 

Luna: "Dit is voor mij de ideale woonsituatie."

Ideaal

Luna is bewoonster van het eerste uur van De Rijp en noemt het “de ideale woonsituatie”. Ze vertelt: “Hier wonen mensen met en zonder een hulpvraag door elkaar. Daardoor leer je zoveel andere mensen kennen, die ook iets voor elkaar willen en kunnen betekenen. Zelf heb ik bijvoorbeeld leuk contact met de buurvrouwen naast en schuin tegenover me. Ook kom ik veel in de ontmoetingsruimte. Je kunt samen eten en je doet eens een boodschap voor elkaar.”

Ook het feit dat in De Rijp vier zorgaanbieders beschikbaar zijn voor de ondersteuning bij hulpvragen spreekt haar aan. “Ze proberen echt hulp te bieden aan elkaars cliënten”, vertelt ze, “dat vind ik heel mooi. Het is fijn om op één van hen te kunnen terugvallen als je ergens mee zit. Maar het mooie van deze locatie is dat je daarvoor ook terecht kunt bij je medebewoners.”   

Passend bij de ontwikkeling in de zorg

Met De Rijp is een oplossing gecreëerd die past bij deze tijd, stelt Laura Tempelaars, woonconsulent van WonenBreburg. “Met het oog op de ontwikkeling in de zorg waarbij de zorg meer thuis wordt geboden in plaats van in een instelling, is het logisch mensen met een hulpvraag niet meer weg te houden van de samenleving maar ze er juist een plaats in te geven. Dat willen wij als woningcorporatie ook. We willen reguliere huisvesting bieden voor iedereen. Dit community project is een mooi voorbeeld van hoe we dit samen met zorgorganisaties kunnen doen. Ik ben sinds mei 2024 bij dit project betrokken en zie dat het samen leven van deze bewoners steeds beter gaat.”

Tempelaars heeft korte lijnen met de community builder en de bewoners. “Ik kom in beeld bij overlast. Bij complexe problematiek, maar ook bij de brand waarvan een keer sprake is geweest. De bewoners verwachten dan direct tekst en uitleg, maar dat is niet altijd mogelijk. Het feit dat in De Rijp twintig mensen met een hulpvraag wonen, kan de verwachting scheppen dat we direct aanwezig zijn als er iets gebeurt. Dat is niet hoe wij als WonenBreburg gewend zijn te werken.”

Laura Tempelaars: "Samen met zorgorganisaties geven we zo mensen met een hulpvraag een plaats in de samenleving."

Een ander punt van aandacht is de financiering van de begeleiding door de zorgprofessionals vanuit de vier zorgorganisaties. “Vanuit vier zorgorganisaties tot één team komen dat de zorg biedt voor alle twintig de bewoners voor wie wij verantwoordelijk zijn vergt passende financiering”, zegt Van Rossum. “Op dit moment hebben we de middelen van alle vier de organisaties gebundeld, maar we zijn nog op zoek naar structurele financiering. Daarover zijn we goed in overleg met CZ  zorgkantoor en de gemeente.” 

Waardevol

Tempelaars beoordeelt het gemengd wonen project in De Rijp als heel waardevol. “Natuurlijk  is er begeleiding nodig”, zegt ze, “want mensen moeten wennen aan wat community wonen is. Sommige bewoners zie je vaak in de ontmoetingsruimte. Anderen blijven meer op de achtergrond en trekken op met één of meer medebewoners. Ook dat past bij de community-gedachte, al is het minder zichtbaar. Het is voor iedereen nieuw. Het is samen ontdekken en dat is alleen maar leuk.” Van Rossum is het daarmee eens. “We bouwen kleinschalig aan een inclusieve samenleving waarin mensen kunnen zijn wie ze zijn en iets voor een ander kunnen betekenen”, zegt ze.

Slechts één bewoner is toch weer vertrokken omdat de opzet niet bij de persoon paste. En Luna? “Ik heb hier helemaal mijn eigen plek”, zegt ze, “inclusief aangepaste badkamer en keuken omdat ik rolstoelafhankelijk ben. Op mijn vorige locatie hadden we alleen een gezamenlijke keuken en woonkamer. Hier ga ik als het aan mij ligt echt niet meer weg. Wat mij betreft is dit definitief.”