Reablement geeft ouderen hun eigen leven terug
Om de transitie te bevorderen waarmee ouderen langer zelfstandig kunnen blijven wonen, is het belangrijk de mogelijkheden te vergroten die hen in staat stellen zo lang mogelijk zelfredzaam te blijven. Het concept van reablement speelt hierin een belangrijke rol. CZ zorgkantoor is hiervoor een strategische samenwerking aangegaan met Reable Nederland, dat ouderenzorgaanbieders ondersteunt in de implementatie van reablement.
CZ zorgkantoor hecht grote waarde aan het gedachtegoed van reablement. Dit is een manier van werken waarmee hulpverleners ouderen helpen hun eigen leven te leiden zoals zij dat zelf willen. “Dat wij dit zo belangrijk vinden, is omdat wij ouderen hun kwaliteit van leven willen teruggeven”, zegt manager verpleging en verzorging Sanne van Aarle. “Reablement stelt hen in staat om de regie terug te nemen over hun eigen leven. Het zorgt ervoor dat mensen op een andere manier hun zorg gaan ontvangen en aangeleerd krijgen hoe ze dit ook deels zelf kunnen doen. Daarmee houden we de zorg beschikbaar voor mensen met een zwaardere zorgvraag. Op die manier draagt het bij aan de transitie in de zorg die nu noodzakelijk is.”
Ander perspectief
De implementatie van reablement binnen zorginstellingen vergt dat zij op een andere manier naar de zorg gaan kijken, stelt Van Aarle. “Zorgaanbieders zien ook in dat de zorg er over tien jaar anders uitziet dan nu en dat ze daarin een rol hebben”, zegt ze. “Natuurlijk zal het nodig blijven dat de zware ouderenzorg in een verpleeghuis geboden wordt. Maar daarnaast is de transitie nodig die zorgt dat ouderen zo worden ondersteund dat ze ook bij toenemende kwetsbaarheid zo lang mogelijk op verantwoorde wijze thuis kunnen blijven wonen.” Al kan reablement ook in de intramurale setting worden toegepast, voegt ze eraan toe. “Hier zal het in kleinere dingen zitten”, zegt ze. “Iemand bijvoorbeeld zelf weer een stukje van de eigen persoonlijke verzorging aanleren. Maar in de kern komt het op hetzelfde neer: mensen nog de dingen zelf laten doen die ze zelf kunnen doen of aanleren wat ze nog zelf willen doen, niet alles overnemen.”
Sanne van Aarle: "Zorgaanbieders zien ook in dat de zorg er over tien jaar anders uitziet dan nu en dat ze daarin een rol hebben."
![]()
Het vraagt ook iets van de mensen in de directe omgeving, zegt ze. “In de thuissituatie heeft het ook invloed op de rol van naasten en buren”, vertelt ze. “Niet het eten voor de oudere klaarmaken bijvoorbeeld, maar dit samen met de oudere doen. Reablement vraagt dus ook een andere manier van denken van de omgeving.”
Samenwerking
Van Aarle zegt al mooie voorbeelden te zien van zorgaanbieders die hun medewerkers een programma aanbieden om de beweging van ‘zorgen voor naar zorgen dat’ te maken waarom het bij reablement gaat. Om hierin ondersteuning te bieden, heeft CZ zorgkantoor samenwerking gezocht met Reable Nederland. Het idee hiervoor is drie jaar geleden ontstaan toen de ouderenzorgaanbieders ZorgSpectrum, Fundis en Careyn naar een manier zochten om met een wenkend perspectief invulling te geven aan de transformatie in de ouderenzorg. “Ze kwamen hiervoor in contact met mijn collega Rudi Westendorp, hoogleraar ouderengeneeskunde”, vertelt directeur van Reable Nederland Ronald Simons. “Hij is al langer bezig met het gedachtegoed van reablement en daar werden de drie partijen enthousiast van.” Dus richtten ze samen met drie andere organisaties de vereniging Reable Nederland op, waarvan Simons en Westendorp nu de directie vormen.
“We begonnen met zes ouderenzorgaanbieders en nu zijn het er al twintig”, vertelt hij. “De zorgkantoren van Zilveren Kruis en CZ zijn een strategische samenwerking met ons aangegaan. Ze ondersteunen het, betrekken ons bij hun lerende netwerken en stellen ook durfkapitaal beschikbaar.”
Wenkend perspectief
Een inspiratiesessie eind 2024 leverde een opvallend beeld op: verpleeghuisplekken die niet opgevuld worden. “Het wenkend perspectief is reablement”, zegt Simons hierover. “Dit betekent niet dat ouderen totaal onafhankelijk zijn van zorg, maar wel dat ze zo lang mogelijk achter het stuur van hun eigen leven blijven zitten. We zijn eraan gewend geraakt veel te veel hulpvragen te vertalen in zorgvragen. Reablement stelt de mens weer echt centraal. De kern is dat eerst wordt geluisterd naar wat iemand nodig heeft in plaats van meteen zorg aan te bieden. Centraal staat dat mensen hun eigen leven leiden, met ondersteuning van wat ze nodig hebben om dat te kunnen. Waarbij het belangrijk is om te beseffen dat ouderen van nu en de toekomst andere wensen en behoeften hebben dan ouderen van een of twee generaties hiervoor.”
Ronald Simons: "Centraal staat dat mensen hun eigen leven leiden, met ondersteuning van wat ze nodig hebben om dat te kunnen.”
![]()
De coaching en ondersteuning die Reable Nederland aan ouderenzorgaanbieders biedt, begint vaak met inspiratiesessies. “Die zijn bedoeld voor een dwarsdoorsnede van de hele organisatie, van helpende tot bestuurder”, vertelt Simons. “De volgende stap is een training. Ook voor managers en bestuurders, want als zij het gedachtegoed niet doorleven en in hun gedrag laten zien gaat het nooit werken. Afgelopen zomer hadden we het idee dat er tractie begon te komen en nu komt de beweging op gang en begint het echt te leven binnen organisaties. Staatssecretaris Vicky Maeijer van VWS heeft in een Kamerbrief reablement als topprioriteit benoemd. Dat helpt natuurlijk.”
Financiering
Van Aarle herkent zich volledig in dit beeld dat Simons schetst. “In die inspiratiesessie zien we heel veel interesse vanuit het veld”, zegt ze. “Er zijn ook aanbieders die zelfstandig aan de slag gaan met reablement. Dat is ook prima, ze hoeven geen lid te worden van Reable Nederland. Het gaat om de beweging.”
Vragen zijn er ook, vooral op het gebied van de financiën. “De financieringsstroom is gericht op de zorg die de cliënt ontvangt”, zegt Van Aarle. “Ook hierin willen we een rol spelen voor de aanbieders, om te kijken hoe ze een goede businesscase kunnen maken voor reablement. We zijn ook betrokken bij de landelijke discussie over de financiering met de Nederlandse Zorgautoriteit en het ministerie van VWS.”