Inzet sociale robot positief voor cliënt én zorg
De sociale robot Ivy kan in de gehandicaptenzorg bijdragen aan de zelfredzaamheid en emotionele zelfstandigheid van cliënten, blijkt uit kwalitatief onderzoek. Ramon Daniëls (lector ondersteunende technologie in de zorg, Zuyd Hogeschool) en prof.dr Gaby Odekerken-Schröder (Customer-Centric Service Science, Maastricht University) zijn dan ook overtuigd van de meerwaarde van deze zorgtechnologie voor toekomstbestendige zorg.
Daniëls en Odekerken-Schröder en hun teams van onderzoekers waren betrokken bij het onderzoek naar het programma Sociale Robotica dat CZ zorgkantoor heeft geïnitieerd. Dit onderzoek moest duidelijkheid bieden over de meerwaarde en hanteerbaarheid van de sociale robot Ivy, de implementatie en opschaling ervan bij verschillende zorgaanbieders en de regionale samenwerking. “Gelet op de urgentie in de zorg nu, met de arbeidsmarktkrapte en de toenemende zorgzwaarte is toepassing van sociale robots een grote belofte”, zegt Daniëls. “Met dit onderzoek konden we een beeld krijgen van wat die toepassing betekent voor de cliënt, de medewerker en de organisatie. Dat maakte dit een interessant onderzoek.”
![]()
Ramon Daniëls: "Toepassing van sociale robots is een grote belofte."
Odekerken-Schröder noemt zichzelf een ‘believer’ als het om de toepassing van sociale robots gaat. “Die zijn hier om te blijven”, zegt ze. “Straks is de vraag wil je een sociale robot of niemand. Daarvan moeten we ons bewust zijn. Zelfs met de simpele robots van nu kunnen we het leven voor cliënten beter maken en de zorg draaglijker.” Daniëls onderschrijft dit. “Toepassing van sociale robots zal een groter onderdeel van de zorg worden”, zegt hij. “En dat is niet per se slecht, het kan de zorg echt beter maken.”
Verwachtingen en ervaringen
Voor het onderzoek werden tot nu toe negentien casussen gevolgd in de gehandicaptenzorg. Daarbij werden niet alleen de ervaringen van cliënten, maar ook die van zorgprofessionals en naasten in kaart gebracht. Odekerken-Schröder: “We hebben eerst de verwachtingen in kaart gebracht en na twee maanden de ervaringen, door met deze mensen in gesprek te gaan. Daaruit kwam primair dat Ivy bepaalde cliënten kan helpen bij de behoefte aan structuur en routine. Helpen bij het starten van de dag bijvoorbeeld, of positieve affirmaties voor cliënten met minder zelfvertrouwen. Ivy bevordert zelfredzaamheid en wakkert emotionele zelfstandigheid aan. Randvoorwaarde is dat de cliënt open staat voor technologie. Niet iedereen heeft baat bij robot Ivy, iemand die heel digivaardig is hem te simpel. Maar het niveau van de cliënt mag functioneel en cognitief ook niet te laag zijn. Voor cliënten die moeite hebben met personele wisselingen is Ivy heel fijn. Hij is er altijd en is nooit moe of humeurig. Maar voor de cliënt voor wie de zorg moeilijk planbaar is, is Ivy moeilijker in te plannen.”
De cliënten toonden een enorme passie om Ivy uit te proberen, zegt ze. “Het vraagt wel om mensen die bereid zijn de extra stap te zetten om de behoeften van de cliënt te matchen met wat Ivy kan. Maar dat kan ook juist werkplezier opleveren.”
Implementatie en opschaling
In antwoord op de vraag wat toepassing van Ivy voor de organisatie betekent, vertelt Daniëls: “We weten dat het proces van implementatie en opschaling moeilijk is. Ivy is een interventie naar de cliënt; de wijze waarop implementatie en opschaling werd vormgegeven is ook een interventie, maar dan op niveau van de organisatie. Het projectleiderschap van CZ en de inhoudelijke begeleiding van het bedrijf Robot Ctrl bleek daarbij een positief element te zijn. Binnen de organisaties waren de projectleiders belangrijk en de kwartiermakers die altijd op het goede moment ondersteuning boden aan de teams op de werkvloer. Er ontstond heel veel dynamiek in de organisaties. Mooie voorbeelden die we terugkregen betroffen bestuurders die in gesprek gingen met de teams om uit te leggen waarom de inzet van sociale robots belangrijk is en om te zeggen: dit gaat niet meer weg. Goed was ook dat projectleiders en kwartiermakers in dialoog bleven over zorgen van medewerkers. Er was ruimte om te leren, ook als het bij een cliënt niet lukt. Er is enorm geïnvesteerd in de ondersteuning van de teams. Ook was er regionale kennisuitwisseling tussen de projectleiders en de kwartiermakers bij de verschillende zorgaanbieders in de regio, onder begeleiding van de projectleiders van CZ. Deze interventie op organisatieniveau leidde tot snellere implementatie en opschaling dan zorgaanbieders gewend waren. De organisaties vinden nu ook dat ze beter geworden zijn in implementatie en meer klaar zijn voor innovatie.”
Vervolgstappen
Voor het vervolg moeten nog stappen worden gezet, stellen beiden. ”De professionals moeten nu bijvoorbeeld twee agenda’s bijhouden”, zegt Odekerken-Schröder, “hun eigen agenda en de agenda voor wat ze moeten invoeren in Ivy. Dat moet worden gesynchroniseerd. Een ander punt is dat in de zorg vrij veel met zzp’ers wordt gewerkt. Die missen een deel van het verhaal en daarmee ook van de potentie van Ivy.”
![]()
prof. dr Gaby Odekerken-Schröder:"Het project leidde ook tot stappen om meer innovation ready te worden."
Daniëls: “Pas later in het proces kwam de behoefte aan een businesscase ter sprake. Dat is een essentiële stap voor de zorgaanbieders om door te gaan met opschaling. Het onderzoek heeft ervoor gezorgd dat scherper kan worden bepaald voor welke client en bij welke doelen de inzet van Ivy zinvol is. Daarmee kan vervolgonderzoek naar het effect van Ivy worden gedaan, wat een voorwaarde is om een businesscase op te stellen. Verder zou het mooi zijn als de kennis uit dit onderzoek over implementatie en opschaling, en over regionale samenwerking wordt gebruikt om de aanpakken te verbeteren. Laten we voorkomen dat iedereen weer teruggaat naar de orde van de dag."
Aanzet tot verdere innovatie
“Het was interessant om te zien wat de invloed was van het projectleiderschap van CZ zorgkantoor”, zegt Daniëls. “Projectleiders en kwartiermakers gaven aan dat daarmee druk kwam te liggen bij de zorgorganisaties om te zorgen dat stappen moesten worden gezet. We zagen dat het project ook tot stappen leidde om meer innovation ready te worden, oftewel om beter in innoveren te worden. Alle betrokken partijen hebben nieuwe kennis opgedaan, waarvan geleerd is wat er nodig is om opschaling van technologie te laten slagen. De hoop is dus dat het zorgkantoor hierin samen met de organisaties stappen blijft zetten.”
Odekerken-Schröder onderschrijft het belang van die samenwerking. “Innovatie vindt plaats binnen een ecosysteem van partijen die daarin allemaal hun rol hebben”, zegt ze. “Daarvan goed gebruikmaken voorkomt dat Ivy straks ergens in een kast staat. Ik geloof erg in dat ecosysteem om van elkaar te leren en elkaar scherp te houden. Het is de enige manier om innovatie duurzaam uit te rollen.”
Ramon Daniëls is lector van het lectoraat Ondersteunende Technologie in de Zorg. Daarnaast is hij programmaleider van het Zuyd Expertisecentrum Innovatieve Zorg en Technologie (EIZT). De focus van zijn werkzaamheden ligt op zorgtechnologie en innovation readiness van zorgorganisaties.
Prof. dr Gaby Odekerken-Schröder is hoogleraar klantgerichte dienstverlening aan de School of Business and Economics van de Universiteit Maastricht en zij is in het faculteitsbestuur verantwoordelijk voor internationalisering en impact. Zij hecht veel belang aan het verbinden van theorie en praktijk.