Caro, Joy en Sjors willen het gesprek aangaan

zorgaanbod

Actief en zorgvuldig handelen bij (dreigende) discontinuïteit van zorg of faillissement

CZ zorgkantoor heeft een protocol opgesteld om optimaal effectief te kunnen handelen bij (dreigende) continuïteit van zorg of faillissement van een Wlz-aanbieder. Een belangrijke stap om de transitie van de zorg op het gebied van efficiency en duurzaamheid te kunnen waarborgen. Zeker nu door het veranderende zorglandschap de verwachting is dat het aantal faillissementen kan toenemen. 

Zorgkantoren hebben een verantwoordelijkheid om continuïteit van zorg te garanderen voor de cliënten in de Wlz. Deze verantwoordelijkheid geeft ze een belangrijke rol in het monitoren van de financiële gezondheid van zorgaanbieders. “Als we constateren dat een zorgaanbieder financieel niet gezond is, leidt dit tot vragen over de continuïteit van zorg”, zegt directeur CZ zorgkantoor Caro Verlaan. “We moeten daar dus goed aandacht voor hebben. We gaan in zo’n geval met die zorgaanbieder in gesprek om die continuïteit overeind te houden.” Beleidsmedewerker zorgcontrol Sjors Engelhard vult aan: “De continuïteit van zorg dus, niet de continuïteit van de zorgaanbieder. Ons belang ligt bij de cliënt. Wat niet wegneemt dat we faillissementen zeker willen voorkomen. We bevoorschotten de zorgaanbieders immers, wat bij een faillissement kan betekenen dat geld weglekt uit de zorg.”

Caro Verlaan: "We gaan in zo’n geval met die zorgaanbieder in gesprek om die continuïteit overeind te houden.”

Het zorgkantoor kan gebruikmaken van verschillende signalen om de financiële positie van een zorgaanbieder in het oog te houden. “Een zorgaanbieder is verplicht zijn jaarrekening te delen”, zegt Verlaan. “Omdat die slechts eens per jaar inzicht geeft in de financiële positie, gaan onze inkopers in de reguliere contacten ook altijd in op de vraag hoe de zorgaanbieder er op dat moment financieel voorstaat. Contractueel is ook vastgelegd dat zorgaanbieders verplicht zijn om aan het zorgkantoor te melden als ze in financiële problemen zitten.” 

Zachte signalen

Er kunnen ook – zoals Engelhard het noemt – ‘zachte signalen’ zijn. “Berichten in de pers bijvoorbeeld”, zegt hij. “Of het aftreden van een raad van toezicht. Als dit te maken heeft met discussie over de kwaliteit van zorg, kan dit ook de financiële positie van de zorgaanbieder in gevaar brengen.” Verlaan: “De laatste jaren zien we vaak één op één een verband tussen beide. Dit is dus zeker een signaal waarop we acteren.”

Sjors Engelhard: "Je hebt elkaar echt allemaal nodig."

Een rood lampje is ook een wijziging in de raad van bestuur. “Dit is beslist niet altijd een probleem natuurlijk”, zegt Verlaan, “maar het is wel een reminder voor de inkoper om het gesprek aan te gaan. Ook kijken we serieus naar klachten van cliënten. Eén klacht kan, meerdere klachten zijn een reden om het gesprek aan te gaan. Ook hierbij geldt weer dat er niets ernstigs aan de hand hoeft te zijn of dat het niet altijd een financiële component hoeft te hebben. Maar daar willen we wel een helder beeld van hebben.” 

Gericht sturen op continuïteit van zorg

Bij (dreigende) discontinuïteit van zorg of een faillissement van een zorgaanbieder stelt het zorgkantoor alles in het werk om de continuïteit van zorg voor de cliënten te waarborgen. “Als het om gebrek aan kwaliteit gaat, is dat het aspect waarop we sturen”, zegt Verlaan. “En als het nodig is vragen we een andere zorgaanbieder de zorg over te nemen. Als het om een grotere zorgaanbieder gaat, kunnen meer zorgkantoren betrokken zijn. Dan trekken we samen op. Complexer wordt het als het om een zorgaanbieder gaat die naast Wlz-zorg ook zorg in het kader van de Zvw en de Wmo biedt. Dan wordt het een samenspel met de zorgverzekeraars en de gemeenten. Met Wlz-geld mogen we bijvoorbeeld geen wijkverpleging financieren. Daar zitten muren tussen en moet er dus een gezamenlijk plan van aanpak komen met de zorgverzekeraars.” In het verleden heeft CZ zorgkantoor in situaties waarin sprake is van liquiditeitsproblemen bij een zorgaanbieder wel eens de bevoorschotting naar voren gehaald. “Maar dat is maatschappelijk geld”, zegt Verlaan, “we willen geen geld geven aan een partij die straks failliet is.” 

Stijgend aantal faillissementen

De verwachting is dat het aantal faillissementen van Wlz-zorgaanbieders zal stijgen. “Daar zijn verschillende redenen voor”, vertelt Verlaan. “Alles wordt duurder en dat geldt ook voor exploitatiekosten en loonkosten van zorgaanbieders. De personeelsproblematiek heeft gezorgd voor een toevloed van dure zzp’ers. Daarnaast zijn cliënten veeleisender geworden, ook in de langdurige zorg. En de coronaperiode heeft invloed gehad. Die heeft het nog moeilijker gemaakt om personeel te vinden voor de zorg. En als dit betekent dat een zorgaanbieder een afdeling moet sluiten, heeft dat financiële gevolgen. We zien meer zorgaanbieders bij wie het water aan de lippen staat, dus we verwachten dat er meer in de problemen zullen komen.” Engelhard ziet nog een aspect dat een rol speelt: de hogere leeftijd van veel zorgpersoneel en daarmee samenhangend een verhoogd ziekteverzuim. “De Wlz is fysiek zwaar werk”, zegt Verlaan. “Gemiddeld is het verzuim er altijd al wat hoger dan in andere zorgsectoren. Het personeelstekort nu vergroot daarbij nog het risico op uitval.” 

Protocol ontwikkeld

Met deze veranderende situatie komt de zorgplicht van het zorgkantoor meer onder druk te staan. “We moeten dus nog alerter worden op dreigende discontinuïteit of faillissement”, zegt Verlaan, “vaker het gesprek aangaan. Maar tegelijkertijd weten we dat we het niet in onze macht hebben. We kunnen niet meer geld besteden aan de Wlz-zorg dan het kabinet ervoor beschikbaar stelt.”

Wat CZ zorgkantoor wel heeft gedaan, is onderzoeken op welke manier het nog efficiënter kan handelen bij (dreigende) discontinuïteit van zorg of een faillissement. “We hebben veel geleerd van de ervaringen die we op dit gebied in de afgelopen jaren hebben opgedaan”, vertelt Joy van Lokven, coördinerend adviserend verpleegkundige van de afdeling zorgadvies. "Omdat we zien welke situatie nu op ons af kan komen, hebben we die kennis gebruikt voor de ontwikkeling van een protocol. Hierin beschrijven we hoe het proces zich moet voltrekken als we met een dreiging van discontinuïteit van zorg of faillissement worden geconfronteerd en wat daarin ieders rollen zijn. Het protocol beschrijft hoe we effectief kunnen schakelen met alle relevante interne afdelingen en externe partijen en wat daarin ieders rollen en verantwoordelijkheden zijn. Dat maakt dat we snel kunnen handelen als de situatie urgent is.” 

Belang van de cliënt

Het belang daarvan is duidelijk, stelt Van Lokven. “Zeker als het om een woonprobleem gaat en we dus – in deze periode van schaarste – alternatieve huisvesting moeten regelen. Voor een ouder iemand kan het heel ingrijpend zijn nog naar een andere plek te moeten verhuizen. Heel belangrijk voor ons in zulke situaties is dus de cliënt hierin goed mee te nemen. Het belang van de cliënt staat altijd voorop.”

Joy van Lokven: "Voor een ouder iemand kan het heel ingrijpend zijn nog naar een andere plek te moeten verhuizen."

Haar rol namens de afdeling zorgadvies is het contact met de cliënt en de naasten. “Hierbij heb ik ook de hulp van de afdeling zorginkoop nodig”, zegt ze. “Die kijkt naar de mogelijkheden om ruimte te creëren bij een andere zorgaanbieder.” Engelhard vult aan: “Je hebt elkaar echt allemaal nodig. Juridische zaken over de contracten, woordvoering om de moeilijke boodschap over te brengen, administratie om te zorgen dat de cliënt de zorg blijft ontvangen waarop die recht heeft. Onze afdeling zorgcontrol heeft meer een signalerende rol, om in de gaten te houden of een probleem dreigt dus. Maar als sprake is van een faillissement zijn wij ook betrokken. Dan gaan we in gesprek met de curator over de financiële kant van de zaak. Het ministerie van VWS heeft een protocol beschikbaar gesteld voor hoe curatoren hierbij dienen te handelen.” Toch hangt het van de curator af in hoeverre dit wordt gevolgd, reageert Verlaan. “Ik ken wel een of twee voorbeelden waarin het ingewikkeld bleek om het belang van goede zorg over het voetlicht te krijgen”, zegt ze. “De curator heeft primair een financieel belang. Hij kan wel stellen een partij te hebben gevonden die de zorg kan overnemen. Maar wij moeten akkoord gaan met die keuze. Die nieuwe partij moet voldoen aan alle aspecten van de Wlz die voor ons uit het oogpunt van verantwoorde zorg van goede kwaliteit belangrijk zijn.”  

Lees meer over discontinuïteit van zorg en faillissement